Separatie

Separatie

KC22-019 13 april 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager] 
Klachtnummer : KC22-019
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 1 april 2022
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 8 april 2022
Datum uitspraak : 14 april 2022

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klager] (klager)

[patiëntenvertrouwenspersoon] (PVP)

 

[verweerder] (verweerder)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[lid 1] (psychiater)  `

[lid 2] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Verlengde crisismaatregel

 

Klacht

Separatie

 

Procesverloop

De commissie heeft op 1 april 2022 een klacht ontvangen inzake separatie in het kader van verplichte zorg. Diezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 5 april 2022 doorgestuurd naar partijen.   

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 12 april 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Medische verklaring d.d. 18-3-2022 en 4-4-2022;

-           Crisismaatregel d.d. 18-3-2022;

-           Voortgezette crisismaatregel d.d. 23-3-2022;

-           Beslissing verlenen VZ d.d. 19-3-2021 en 25-3-2022;

-           Waarschuwingsmelding;

-           Zorgplan d.d. 1-4-2022;

-           Zorgkaart d.d. 1-4-2022

-           Decursus periode 24-3-2022 t/m 5-4-2022;

-           Rapportage verpleegkundige periode 24-3-2022 t/m 4-4-2022;

-           Toewijzing andere zorgaanbieder d.d. 24-3-2022;

-           Informatiebrief d.d. 29-3-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg niet meer actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen vier weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 29 april 2022.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend met een stoornis in het schizofreniespectrum en middelen gerelateerde verslavingsstoornis. Klager heeft last van grootheids- en benadelingswanen. Vanwege forse agressie incidenten bij een eerdere opname in [plaats], is klager vanuit de EBK te [plaats] overgeplaatst naar de BIC in [plaats]. 

Op 23 maart 2022 is een verlengde crisismaatregel afgegeven voor de duur van drie weken.

 

 

Standpunten van partijen

Bij de start van de hoorzitting geeft de voorzitter aan dat alleen de klacht over separatie behandeld zal worden. De overige ingediende klachten vallen onder de Wkkgz en worden verder gebracht door de PVP.

Klager licht toe dat hij in [plaats] al 20 dagen gesepareerd was. Bij overplaatsing naar [plaats] werd hij opnieuw ongeveer 10 dagen gesepareerd. Klager is van mening dat de separatie onnodig lang duurde. Ook is hij slecht behandeld tijdens de separatie waardoor hij gebroken en gekneusde ribben opliep.

Klager vertelt dat hij zelf arts en psycholoog is maar daar om privé redenen niet werkzaam in is. ‘Ik heb gezworen mensen te helpen maar ben nu in een situatie waarin ik zelf hulp nodig heb’ aldus klager. Na een scheiding in 2017 heeft hij een burn-out gehad. Klager vertelt dat hij vader is van 3 kind, ondernemer van verschillende BV’s en ook in vaste dienst werkt voor een bedrijf.

Klager biedt zijn verontschuldigingen aan voor het feit dat hij 2 separeer ruimtes heeft vernield. Na de aangerichte schade werd klager naar een andere separeer ruimte gebracht. Hij geeft aan hierbij fysieke schade opgelopen te hebben.

De PVP vraagt of het niet mogelijk was geweest in [plaats] te starten met een kamerprogramma. Ook klaagt hij over het feit dat de aangegeven contactmomenten vaak overschreden worden. Hierdoor heeft klager geen houvast tijdens de separatie. Klager is van mening dat hij in de separeer onvoldoende eten en water kreeg. Hij geeft aan water uit het toilet te hebben gedronken omdat hij zo’n dorst had.  

 

Verweerder licht ter zitting toe dat bij de overplaatsing naar [plaats] een gesprek met klager heeft plaatsgevonden in de voorruimte van de separeer om tot goede afspraken met hem te komen. Daarna is gestart met een kamerprogramma. In de avond ging dat direct al mis aldus verweerder. Verweerder was daar zelf niet bij betrokken. Er was sprake van dreiging en de lading was fors. Verweerder geeft aan dat de dienstdoende arts en psychiater klager met politie bijstand hebben gesepareerd. Er is relatief snel geprobeerd te de-separeren. In het weekend daarna is het kamerprogramma weer opgepakt. Helaas ging het diezelfde avond opnieuw mis aldus verweerder. Klager is vervolgens opnieuw met politie bijstand gesepareerd. Verweerder benoemt dat hij slechts het besluit heeft genomen om klager naar een andere separeer te brengen nadat hij schade had aangericht. Hij vult aan dat de aandacht steeds gericht is op het de-escaleren en overgaan naar een kamer/rustprogramma. Verweerder staat achter de genomen besluiten maar vindt het belangrijk dat klager weet dat verweerder, als zijn behandelaar, die besluiten niet heeft genomen.

 

De commissie vraagt naar de visie van klager op de omstandigheden die geleid hebben tot separatie. Klager geeft aan hierop niet te willen reageren.

Klager dankt de commissie voor de gelegenheid die hij heeft gekregen heeft om zijn klachten toe te lichten. Wel is hij bang dat hij zijn baan verliest door de situatie waarin hij zich bevindt en dat de BV’s failliet verklaard worden.  

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man die gediagnosticeerd is met een stoornis in het schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen en een middelgerelateerde verslavingsstoornis. Klager klaagt over de separatie, hij heeft zijn ribben gebroken en gekneusd. Ze hebben hem pijn gedaan, ook de politie.

Klager heeft twee separatie ruimten vernield met een klein scherp kledinglabel en een lipje van een rits, beiden over het hoofd gezien bij het fouilleren.

 

Verweerder wil het ernstig nadeel van klager beperken door de separatie. Het ernstig nadeel is gelegen in de forse agressie en agressie incidenten. Klager heeft brandalarm doen afgaan. Vanwege de forse agressie dreiging is klager met politiebijstand gesepareerd. Inmiddels is klager uit de separatie en de behandeling met medicatie slaat aan.

 

De verplichte zorg is besproken met klager op 25 maart 2022 en de schriftelijke aanzegging is ook gedateerd op 25 maart 2022.

 

De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren.

Uit het dossier blijkt dat klager lijdt aan manische ontregelingen en agressief is naar zichzelf en zijn omgeving. Twee separeer ruimten zijn door klager vernield. Dat separatie resulteerde in lichamelijke verwondingen bij klager is te wijten aan de mate van agressie van klager en de inspanningen van verweerder, met behulp van politiebijstand, om klager naar de separeerruimte te krijgen. Verweerder heeft gekeken naar alternatieven, is in gesprek gebleven met klager, heeft ook medicatie aangeboden aan klager.

Het is een juiste behandelmanier om het ernstig nadeel te beperken. Aan de vormvereisten is volledig voldaan. Inmiddels is klager uit de separeer ruimte en opgenomen op de afdeling.

 

Op basis van bovengenoemde gronden acht de klachtencommissie de klacht ongegrond.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [locatie], 14 april 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 4